Dit doen wij

Schorsing Natuurvergunningen

Geplaatst: 12-03-2018

Afgelopen vrijdag, 9 maart 2018, heeft de Raad van State een uitspraak gedaan in de lopende beroepszaken van vijf  vergunningen Natuurbeschermingswet/Wet natuurbescherming. In deze uitspraak zijn twee verleende vergunningen geschorst. In dit nieuwsbericht gaan we nader in op deze uitspraak.

De uitspraak heeft betrekking op vijf verleende vergunningen waartegen beroep is ingediend. Tijdens de behandeling van één van deze beroepen zijn prejudiciële vragen gesteld aan het Europese Hof van Justitie over de werking van de PAS in relatie tot de Europese richtlijnen. De Raad van State heeft alle andere beroepen die betrekking hebben op de PAS aangehouden totdat er door het Hof van Justitie antwoorden zijn gegeven op de vragen. Bij de behandeling van het beroep waarbij de prejudiciële vragen zijn gesteld, is in eerste instantie aangegeven dat er op dat moment geen noodzaak was om een voorlopige voorziening te treffen.

Voorlopige voorziening

Een voorlopige voorziening is een schorsing van de vergunning. Wanneer de vergunning met een voorlopige voorziening wordt geschorst mag geen gebruik worden gemaakt van de vergunning totdat er een einduitspraak is gedaan over de vergunning. Wanneer de vergunning met de einduitspraak wordt vernietigd, mag de vergunning uiteraard ook niet meer worden gebruikt.

Uitspraak voorzieningenrechter

Omdat sinds het moment dat de vragen aan het Europese Hof zijn gesteld verschillende onderdelen van de PAS zijn gewijzigd, hebben de bezwaarmakers de rechter nogmaals verzocht om een voorlopige voorziening te treffen in de betreffende vijf zaken. Er is door de voorzieningenrechter bekeken wat de (onomkeerbare) gevolgen zijn voor de natuur wanneer de vergunning niet wordt geschorst. Hierbij is dus rekening gehouden met de recente ontwikkelingen van de PAS (zoals actualisering rekenmodel en kengetallen).

De actualisering van het rekenmodel van de PAS heeft bij verschillende Natura2000-gebieden geleid tot een verhoging van de uitgegeven ontwikkelingsruimte. Omdat nog steeds onduidelijk is of de onderbouwing hiervoor op de juiste manier is gemotiveerd, heeft de voorzieningenrechter gesteld dat de vergunningen worden geschorst als er sprake is van:

 - Een toename van stikstofdepositie op gebieden waarvan meer dan 60% van de ontwikkelingsruimte is uitgegeven én de verleende vergunning nog niet is gerealiseerd.

Als een uitbreiding al is gerealiseerd wordt de vergunning niet geschorst. Er zijn daarom in deze uitspraak drie vergunningen (voorlopig) in stand gebleven en twee vergunningen geschorst.

Gevolgen

Door deze uitspraak is het mogelijk dat voor meerdere beroepszaken die in behandeling zijn bij de Raad van State om een voorlopige voorziening wordt gevraagd. De rechter zal bij deze verzoeken de toetsing op dezelfde wijze uitvoeren, waardoor meer vergunningen kunnen worden geschorst in afwachting van een einduitspraak.

Deze uitspraak heeft geen gevolgen voor aanvragen waar nog geen besluit op is genomen door de provincie. Ook onherroepelijke vergunningen blijven met deze uitspraak gewoon in stand.

Meer informatie

Heeft u na aanleiding van dit artikel vragen dan kunt u vrijblijvend contact opnemen met een van onze adviseurs.

Nieuws overzicht